Samenwerken met startups zonder zelf de grenzen met de buitenwereld te openen is zinloos, vindt innovatie- en transformatieman Alberto Prado van Philips. ‘Je moet zelf ook agile worden en dezelfde taal leren spreken: eat your own dogfood.’
Ondernemingen kunnen het innovatievraagstuk op verschillende manieren aanvliegen. De samenwerking met startups staat daarbij sterk in de belangstelling van de boardroom. Het overnemen van veelbelovende startups loopt echter meestal slecht af. Het DNA van de startup wordt vermorzeld door de corporate cultuur, of alle mooie plannen van de startup belanden op een plank omdat de board bang is voor kannibalisatie. Corporates kiezen daarom steeds vaker voor het ontwikkelen van een ecosysteem, waar ze zelf een hoofdrol in spelen. In zo’n ecosysteem gaan corporates allerlei verschillende samenwerkingsverbanden aan met partners. Daarbij moeten de eigenschappen van startups zoveel mogelijk tot hun recht komen.
Maar is zo’n ecosysteem voldoende? Nee, stelt Alberto Prado, vice president en head of HealthTech Accelerator Philips. Om succesvol te kunnen samenwerken met startups moet je als corporate zelf door een transformatieproces heen. Je moet startups door en door leren begrijpen, dezelfde taal spreken en er misschien zelfs wel een beetje op gaan lijken. Dat heeft impact op werkelijk alle facetten en onderdelen van de bestaande organisatie. Als het aan Prado ligt, hervindt Philips weer iets van wat het bedrijf 125 jaar geleden was: een startup van de gebroeders Philips.